Er werden tijdens de retrospectieve 55 werken van br. Andreas Vanvlasselaer tentoongesteld. Hierbij enkele van die kunstwerken.
MEER FOTO’S VINDT U VIA DEZE LINK
Op 9 februari ter gelegenheid van de opening van de tentoonstelling gaf br. Yvan Jacques een toelichting over het leven en de kunstwerken van br. Andreas Vanvlasselaer. Hieronder vindt u de integrale versie ervan.
Broeder Andreas Karel Vanvlasselaer zag het levenslicht op 25 januari 1932. Vader, Petrus Vanvlasselaer, was van beroep een paswerker en ook een intelligent man die op tachtigjarige leeftijd zich nog bezig hield met de formules van de eeuwige beweging en andere gecompliceerde begrippen in de fysica. De oorlog had hem verhinderd om voor ingenieur te studeren. Vader Petrus was zelf artistiek. Meer dan vijftig jaar lang bespeelde hij het orgel in de parochiekerk van Winksele-Delle nabij Leuven. Zijn moeder, An- na Maria Pardon, was een vrome huismoeder die haar handen vol had met de opvoeding van in totaal acht kinderen. In de familie waren er drie tante nonnekens en een broeder van de Christelijke Scholen ook broeder André genaamd. Broeder Andreas volgde muziekopleiding aan het Lemmens-instituut met als specialisatie piano en kende beroemde professoren als Vannuffel en Van Durme, in die tijd heel gekende namen. Verder studeerde hij voor onderwijzer aan de Normaalschool van Bokrijk en zag het nu beroemde Oud-Bokrijk museum uit de grond oprijzen. Hij trad binnen bij de Broeders van de Christelijke Scholen en legde zijn eeuwige geloften af te St.-Gillis Brussel op 30 juli 1957 en kreeg er de naam van Broeder Andreas Aloïs. In 1955 studeerde hij aan de Hoge School voor Wetenschappen en Kunst St.-Lucas in Gent. In 1964 kreeg hij de gouden medaille: ‘Grote prijs Schilderkunst met toejuiching van de jury’ en de staatsmedaille: ‘Laureaat van de grote prijs Sierkunsten schilderen’. Hij was docent aan het voorbereidend jaar tot de architectenopoleiding en het eerste jaar schilderen.
Broeder Andreas kende heel wat beroemde professoren zoals Gerard Hermans, Gaspard De Vuyst, Br. Emil vander Mosten, Maurice Tilley voor schilderkunst en nog vele andere, voor glasraam Maurice Nevens, Jean- Pierre Maes en Funders uit Krefeld; prof. Pigola uit Duitsland voor mozaïek, prof. Klemans voor etsen, prof. de Meester voor smeedwerk, voor porseleinschilderen Katrien Puch, Morre en Yvonne Hanssens. Mevr. Donatella uit Milaan en Patricia Arvieri uit Brechia. Hij had ook privécontacten met de beroemde kunstenaars Alfred Mannesier uit Parijs waarvan ik onlangs een prachtige tentoonstelling bezocht in Roubaix, Willem Nay en Fritz Selbach, uit Keulen. Broeder Andreas gaf talrijke kleur en interieuradviezen voor kerkschildering waaronder deze kerk, hier in Elst. Ook voorgevels waaronder het bisschoppelijk paleis te Gent maar nu reeds overschilderd. In juli 1981 verliet broeder Andreas de broeders van de Christelijke Scholen om samen met mij op 13 augustus 1982 het Monasterium Mariakluizen te stichten. Dat Monasterium is reeds vele jaren gevestigd in Zegelsem, Keiweg 1. Hij werd diaken gewijd in de Kleine Apostolische Oud-Katholieke Kerk van België en priester in diezelfde kerk in het jaar 2000. De stichting viel helaas niet in goede aarde bij de ker- kelijke autoriteiten maar wij hebben volhard en hebben een prachtig monasterium uitgebouwd waarin kunst het doel was om mensen spiritueel te verheffen. Na een prachtig leven, ten dienste van vele mensen, stierf broeder Andreas ten gevolge van een herseninfarct op 9 januari 2007 om 7.30 uur.
Op de eerste plaats vinden wij in broeder Andreas een monnik, een charismatische broeder, een getuige van het Licht van Jezus, een leraar en ook vader voor vele studenten, een lieve reisgenoot, een ‘Anam Kara’ of Zielenvriend, zoals enkele mensen het uitdrukten. ook als een Wijze profeet zoals diaken Fernand Verheggen het eens zei, wie hem van heel nabij kende. Beïnvloed door tal van artistieke illustere voorgangers, zoals zijn geliefde Fra Angelico, de beroemde 15de- eeuwse engelachtige schilder van Firenze, de Franse impressionist met Monet aan kop en Edgard Degas, die roem verwierf met het tekenen van de ballerina’s uit de opera die hem inspiratie gaf voor de pasteltechniek en vele, vele andere kunstenaars uit het verleden. Ook hedendaagse kunstenaars zoals zijn leraars Maurice Tilley, waarvan het monasterium de ganse kruisweg in houtskool bezit. Ook was hij beïnvloed door Gerard Hermans, Jean-Pierre Maes en Gaspard De Vuyst, allen kunste- naars professoren aan Hoger Instituut voor Beeldende Kunsten St.-Lucas in Gent. Daarnaast waardeerde hij Colbrandt die op de border- ellen van de bank gekruisigde Jezussen tekende, daar hij te arm was om bijzonder tekenpapier te kopen. Georges Minne voor de beeldhouwkunst en de ganse reeks van Leieschilders waaronder Servaes met zijn houtskooltekeningen. Broeder Andreas was een overwegend uitgesproken religieus christelijke kunstenaar. Hij preekte doorheen zijn Christelijke thema’s van avondmaalscène, kruisigingen, opstanding, hemelvaart en heiligen. En wanneer hij profane werken creëerde vond hij plezier in het weergeven van de natuur en de bloemen, met zijdeglans licht op een achtergrond van cyrileumblauw. Ieder pasteltekening was een uitpuren van dat licht en verstilde bewegingen, daarin is het Goddelijke terug te vinden. Ook zijn spiritueel leven tekende, schilderde of schreef hij uit. Hij moest het op een of andere manier kunnen weergeven. Bekijken wij de stille heilige Franciscus, in pastel, het is een uiting van een heel diepe omgang met God. Het was zijn lievelingsschilderij. Vanuit die diepe omgang met God werd hij een getuige van Jezus’ Licht. Onder één van zijn pasteltekeningen, de gekruisigde Jezus samen met Maria en Johannes, schreef hij volgende tekst: “?Jezus, Gij hebt ons zo liefgehad”.
Hij voelde in zich die liefde van Jezus voor de mensen, die zijn leven aan de mensen heeft gegeven. Broeder Andreas leefde in die verheven liefde en voelde zich verplicht over die liefde te getuigen doorheen zijn kunstwerken.
En was hij een getuige van het licht van Jezus hij was ook de zachtmoedige. Hij was geen man om terug te ‘slaan’ indien men hem kwetste, hij bad voor hen met de kracht van het Jezusgebed op zijn lippen.
Hij heeft voor zijn familie een wapenschild ontworpen: het vlasbloempje in goud op een blauw veld. De leuze was: ‘Kleene van Goud.’ Je hoeft je niet te verheffen, je boven de anderen te stellen, blijft nederig en hebt een hart van goud. Dat was zijn inhoud.
Broeder Andreas verhief zich niet boven de anderen maar zijn doel was de anderen te verheffen. Dat heeft hij schitterend verwezenlijkt bij zijn studenten die in hem een vader zagen en waarvoor hij alles deed. Ook hier in ons monasterium heeft hij dat voornamelijk op spiritueel vlak bewezen. Vele mensen kwamen bij hem om raad en hij hielp hen ook, zelfs na zijn heengaan naar het Vaderhuis. Hij had immers een hart van goud. Prof. Dr. Heiko Hartmann schreef over broeder Andreas het volgende: “Broeder Andreas was een van de Geest van liefde doordrongen priester en monnik, die ver- langde naar een kerk zonder machtsstreven, dogmatische verhardingen en spirituele koudheid. Hij was een vriend, geestelijke vader, broeder, ideaal van een waarachtig christelijk en creatief leven.“
Hij was doordrongen van het universele schoonheidsideaal, weergegeven in de catechismus van de Esthetiek van broeder Franciscus van de christelijke scholen. Dat schoonheidsideaal werd door hem weergegeven door middel van licht en schaduw en door de toepassing van de regels van het perspectief. Met enkele sobere lijnen en uitgepuurde vlakken, waarin zich enkele personages bevinden, maakte hij een ganse indrukwekkende kruisweg. Broeder Andreas was immers ook een kind van zijn tijd en men ontsnapt niet aan de invloeden die kunststromingen met zich meebrengen. Met een minimum aan kleur, met een speling van grijstinten creëerde hij de invloeden van zijn tijd. Hij wierp echter het kind niet met het badwater weg in de vernieuwing van de kunst. Voor hem moest de kunstschilder nog altijd de verschillende kunsttechnieken beheersen en zeker het tekenen naar het levend model. Pas dan, volgens hem, mocht men zich wagen aan de abstracte kunst. Men zou gedacht hebben dat broeder Andreas meer en meer naar het abstracte zou geëvolueerd zijn, zoals veel kunstenaars van zijn tijd. Niets is minder waar. Integendeel, meer en meer trad kleur op de voorgrond en de donkere achtergrond maakte plaats voor hemelsblauwe schakeringen. Bloemen en personages begonnen te baden in een kleurrijke omgeving. Hij uitte zijn emoties in schilderen en tekenen. Ik heb nog vele kleine schetsen op de achterkant van schriftjes en notaboeken gevonden na zijn overlijden. Wanneer hij bedroefd of gekwetst geweest was, dan schilderde hij een gekruisigde Jezus, hij voelde zich dan één met Jezus en dat beeldde hij uit. Maar ook zijn vreugde werden in zijn kunst vastgelegd. Een verrijzenis, een hemelvaart of bloemen ontstonden spontaan in enkele uren op het doek of papier. Zelf verslenste bloemen wist hij te transformeren tot een waar kunstwerk. In gans het oeuvre van broeder Andreas ontdekken wij één constante: zijn diepe omgang met God die hij in kunst uitbeeldde. Zijn emoties bracht hij voor het aangezicht van de Vader die hem liefhad en dat wist hij, dat voelde hij. Hij gaf zich in volle vertrouwen aan God en dat beeldde hij ook uit. Van die God die liefde is, die op je wacht met open armen, van die God wilde hij getuigen.